“De energietransitie is een zeer breed concept waaraan veel spelers deelnemen”, aldus Karine Sargsyan, verantwoordelijke van de Juridische en Geschillendienst bij BRUGEL. “Opdat deze energietransitie effectief zou worden, moeten de betrokken spelers zich nu concentreren op hun bevoegdheidsdomein. Als belangrijke speler in deze transitie richt BRUGEL zich daarom op haar drie bevoegdheden: het technisch reglement, de tariefbevoegdheid en de afgifte van vergunningen voor de energiegemeenschappen.”
De ontwikkeling van duurzame netten bevorderen
In de visie van de Europese Unie krijgen de verbruikers een belangrijke rol: (re)actief (consum’actor) en verantwoordelijk (op het vlak van energie-efficiëntie). Daarom zal het gedrag dat zij aannemen een belangrijke rol spelen in de energietransitie. En hun invloed op de markten zal nog groter zijn als ze beschikken over hernieuwbare opwekking, elektrische voertuigen, batterijen, warmtepompen, elektrische warmwatertanks of als ze deelnemen aan projecten voor het delen van energie.
Op lokaal niveau moet het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (BHG) zich nu voorbereiden op de drie belangrijkste uitdagingen van de energietransitie:
BRUGEL is ervan overtuigd dat het technisch reglement en de distributietarieven een rol kunnen spelen bij het verwezenlijken van deze doelstellingen. “Om de energietransitie van het gewest te consolideren, moet de overheid de ontwikkeling van duurzame netten bevorderen, met minder koper en meer innovatieve technologie”, verklaart Farid Fodil Pacha, verantwoordelijke van de Dienst Markt en Netwerken. “Dit concept bestaat erin het gebruik van het net te optimaliseren door alle beschikbare capaciteit te benutten. Dit is echter alleen mogelijk als er meer innovatieve technologieën in de zogenaamde smart grids kunnen worden geïnjecteerd. De ontwikkeling van deze slimme netten is een kolossaal project dat BRUGEL de komende maanden en jaren zal aanpakken. En aangezien de markt voortdurend in beweging is, zal ook aan de vraagzijde actie moeten worden ondernomen om een evenwicht tussen productie en consumptie te waarborgen. Om dit te bereiken, is het essentieel om het net intelligent te maken via slimme meters en meer flexibele diensten," zo besluit hij.

Regulatoire periode 2025 - 2029
In 2022 heeft BRUGEL haar denkoefening uitgebreid naar de volgende regulatoire periode 2025-2029. Dankzij dit kader kan de distributienetbeheerder (DNB) investeren in de slimme netwerken die nodig zijn voor de energietransitie. Om deze overgang te stimuleren, zal de DNB extra budgettaire middelen kunnen aanvragen om diverse projecten te financieren en zal hij ook kunnen profiteren van stimulansen om slimme meters of slimme netwerken te implementeren. In deze context werd het boekjaar 2022 gezien als een voorbereidende fase waarin een constructieve dialoog tussen de regulator en de DNB plaatsvond. Na dit constructieve voorbereidende werk begint in 2023 een periode van overleg/onderhandelingen.
“In 2022 hebben de verschillende diensten van BRUGEL voorbereidende werkzaamheden uitgevoerd in synergie met de DNB,” legt Jérémie Van Den Abeele uit, die verantwoordelijke is van de Dienst Tarieven. “In 2023 zullen we deze onderhandelingen afronden alvorens de nieuwe methodologie op te stellen. Deze zal vervolgens ter raadpleging worden voorgelegd voordat ze eind 2023 definitief wordt gepubliceerd. Hoewel deze methodologie bedoeld is om de markt en de activiteiten van de DNB’s in de periode 2025-2029 te sturen, zal zij ook benchmarks vaststellen tegen 2050. Via onze meer informele gesprekken met de DNB wilde BRUGEL haar strategische visie voor de komende jaren opnieuw bevestigen. Namelijk om een meer stimulerend reguleringsmodel op te zetten, de vergoeding van de DNB redelijk te maken en investeringen in de energietransitie te vergemakkelijken.”

Uitfasering van het gebruik van fossiel gas
De energietransitie zal ook een geleidelijke uitfasering van fossiel gas inhouden. Voor de Brusselse regulator zijn de tarifaire financiering en behandeling van investeringen in het net een belangrijk aandachtspunt. Daartoe heeft BRUGEL in 2022 - met de hulp van een externe consultant - een studie uitgevoerd om het risico van gestrande activa op het gasdistributienet tegen 2050 te evalueren. In deze studie (die begin 2023 aan een openbare raadpleging wordt onderworpen) is een reeks aanbevelingen opgenomen die in de volgende tariefperiode ten uitvoer moeten worden gelegd. Gezien de resultaten van deze studie wenst BRUGEL dat zowel de gestrande kosten als de tariefimpact tot een minimum worden beperkt. In dit verband zal de DNB bijzondere aandacht moeten besteden aan de optimalisering van het activabeheer en de netwerkinvesteringen.
“BRUGEL wil een robuust tariefkader invoeren dat moet kunnen worden aangepast wanneer het traject van de energietransitie en de impact ervan op het gasnet dat rechtvaardigen. We weten bijvoorbeeld nog niet of het BHG biomethanisatie of waterstof zal gebruiken ter vervanging van aardgas. Daarom houdt de door ons voorgestelde regeling rekening met alle mogelijke opties”, benadrukt Jérémie Van Den Abeele.
Uit de door de consultant uitgevoerde simulaties blijkt in fine dat de omvang van het probleem beheersbaar blijft indien de netgebruikers en de DNB de risico’s delen. Op dit punt zou BRUGEL graag zien dat de wetgever een duidelijk beleid voor de toekomst van het gas in het BHG vastlegt.
Herziening van de tariefstructuur voor laagspanning
Anderzijds heeft BRUGEL in 2022 een brede studie gelanceerd over de herziening van de tariefstructuur voor laagspanning (LS). Voor de Brusselse regulator moet deze nieuwe tariefstructuur de energietransitie bevorderen en geen rem vormen op de ontwikkeling van nieuwe toepassingen.“Bij BRUGEL zijn we ervan overtuigd dat de distributietarieven een rol kunnen spelen bij het bereiken van de grote doelstellingen van de energietransitie” , legt Jérémie Van Den Abeele uit. Niettemin zijn we uiteraard van plan onze bevoegdheden inzake tarifering uit te oefenen in het licht van de reglementaire en juridische beginselen die door het Europese en Brusselse kader worden opgelegd.
In het algemeen voorzien zowel de Europese richtlijnen als de Brusselse wetgeving, tenzij er een naar behoren gemotiveerde uitzondering is, in de toepassing van twee beginselen: de kostenreflectiviteit en de niet-discriminerende toepassing van de tarieven.
Bevordering van het energiedelen
Na de omzetting van twee Europese richtlijnen in de nieuwe Brusselse ordonnantie die in april 2022 werd gepubliceerd, is het voor de Brusselaars voortaan mogelijk om energie te delen in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Zij kunnen drie verschillende deelmodellen gebruiken:
- 1. Energiegemeenschappen (delen binnen verschillende gebouwen)
- 2. Delen binnen eenzelfde gebouw
- 3. Peer-to-peer-uitwisseling (uitwisseling met een andere actieve klant)
BRUGEL is belast met het toezicht op het vergunningsproces voor de energiegemeenschappen. Om dit proces in 2022 te verfijnen, hebben de diensten Hernieuwbare Energie, Tarieven en de Juridische Dienst nauw samengewerkt met de projectmanager die zich specifiek bezighoudt met de energietransitie.
Nieuwe regelgeving
In 2022 heeft BRUGEL samen met de DNB een voorlopig deelreglement opgesteld. Het gaat erom alle technische en administratieve maatregelen, rechten en plichten vast te leggen die de relatie regelen tussen Sibelga en de mensen die hun energie willen delen. “Dit lange proces werd afgerond in oktober 2022, toen we de definitieve versie van het deelreglement goedkeurden. Vervolgens werd het hele regelgevende en technische kader opgezet om de tenuitvoerlegging van de energiedeling te bevorderen. Ons doel is een kader te bieden dat kan worden aangepast aan de marktontwikkelingen en tegelijkertijd de rol van de deelnemers en actoren in de verschillende modellen voor het delen van energie te verduidelijken””, aldus Karine Sargsyan, hoofd Juridische en Geschillendienst.
In tegenstelling tot energiegemeenschappen, die als rechtspersoon moeten worden opgericht en een vergunning van BRUGEL moeten krijgen, wordt het delen binnen hetzelfde gebouw en de peer-to-peer-uitwisseling effectief na een eenvoudige verklaring aan Sibelga , voegt Karine Sargsyan eraan toe.“Dankzij deze nieuwe regeling kunnen consumenten die niet over een dak en/of voldoende middelen beschikken, zich nu aansluiten bij een gezamenlijk project om fotovoltaïsche panelen of warmtekrachtkoppeling te installeren. Op die manier kunnen zij een deel van hun energie terugwinnen, de vruchten plukken van de energietransitie en een lokaal netwerk opbouwen” , aldus Bekay Chihi, verantwoordelijke van de Dienst Hernieuwbare energie.BRUGEL heeft in 2022 ook een nieuwe website gewijd aan dit nieuwe energieverbruiksmodel. Doel is de burgers te informeren over het bestaande kader en het gebruik ervan in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest aan te moedigen. Door de bevordering van verschillende modellen voor het delen van energie zullen een groter aantal Brusselse consumenten kunnen deelnemen aan de energietransitie. Wij denken met name aan het delen van elektriciteit binnen hetzelfde gebouw. Dat model brengt het thema niet alleen opnieuw dichter bij de burgers, maar ontsluit ook het hernieuwbare potentieel van talrijke mede-eigendommen en breder gezien dus ook van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest onderstreept Bekay Chihi.


Aantrekkelijke overgangstarieven
Het afwijkende kader dat twee jaar geleden werd ingesteld, liet toe bepaalde tarieven te testen inzake het energiedelen “In afwachting van gedetailleerdere analyses over de kosten en baten voor het net en de collectiviteit, wilden we eenvoudige en aantrekkelijke overgangstarieven invoeren om deze deelmodellen in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest op te starten”, legt Jérémie Van Den Abeele uit.
Na overleg met Sibelga in 2022, heeft BRUGEL de invoering van deze overgangstarieven goedgekeurd. Die zijn tijdelijk en gelden voor de periode 2022-2024. De kosten-batenstudie die aan het eind van deze overgangsperiode is gepland, zal bijdragen tot de vaststelling van de distributietarieven voor het delen in de volgende tariefperiode 2025-2029.“De trigger voor een consument om in te stappen in het delen van energie is niet de kostprijs van het net. We zijn ons hiervan bewust, maar we zijn er ook van overtuigd dat het belangrijk is om consistente signalen te geven op het gebied van distributietarieven», legt Jérémie Van Den Abeele uit.
Kosten-batenanalyse
Voor het volgende tariefkader bepaalt de ordonnantie dat de Brusselse regulator regelmatig kosten-batenanalyses moet uitvoeren om te bepalen of de voorkeurtarieven voor energiedelende projecten voordelig blijven voor het net en de gebruikers in de periode 2025-2029. “De voordelen die in deze periodieke analyse worden opgenomen, kunnen van financiële, maar ook van sociale of ecologische aard zijn. De kosten-batenstudie die aan het eind van deze overgangsperiode is gepland, zal bijdragen tot de vaststelling van de distributietarieven voor het delen in de volgende tariefperiode 2025-2029. Als de analyse positief uitvalt, kan het voorkeurtarief worden voortgezet voor de periode 2025-2029”, aldus Jérémie Van Den Abeele.
Certificering van de installaties voor de productie van groene stroom
Om aanspraak te maken op groenestroomcertificaten (GSC’s), moet een installatie voor de productie van groene stroom vooraf gecertificeerd zijn. Vóór 1 maart 2022 verstrekte BRUGEL deze certificering. “Daarna werd de procedure overgedragen aan erkende certificeringsorganen (ECO’s)” aldus Bekay Chihi. “Voor alle nieuwe aanvragen voor certificering van een fotovoltaïsche of WKK-installatie moeten Brusselse consumenten voortaan een aanvraag indienen bij het ECO van hun keuze, tegen betaling van een verwerkingsvergoeding. Concreet wordt het geselecteerde ECO nu belast met de operationele procedure. Een kopie van het dossier wordt dan naar BRUGEL gestuurd. Er zij ook op gewezen dat de ECO’s eerst door BRUGEL moeten worden goedgekeurd en uiteraard door de regulator worden gecontroleerd."
Verhoging van de quota van groenestroomcertificaten
Naar aanleiding van een studie die in 2021 werd uitgevoerd om het evenwicht van de GSC-markt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (BHG) te beoordelen, had BRUGEL voorgesteld om de quota voor de jaren 2022 tot 2025 naar boven bij te stellen. Het doel was een evenwicht tussen vraag en aanbod te handhaven en tegelijkertijd de beschikbare GSC-voorraden te verminderen. In 2022 vroeg de regering van het BHG opnieuw aan BRUGEL om een nieuwe studie om het evenwicht van het systeem en de vast te stellen quota na 2025 te evalueren. “Na deze studie en met het oog op de aanzienlijke toename van het aantal fotovoltaïsche installaties (met name als gevolg van de neveneffecten van de energiecrisis), heeft BRUGEL de regering opnieuw voorgesteld om de GSC-quota te verhogen, zodat de voorraden afnemen en de situatie tegen 2025 in evenwicht is ”, benadrukt Bekay Chihi. “In dit verband heeft BRUGEL verschillende scenario’s voorgesteld, waarvan er één bestond uit een sterkere verhoging van de quota in 2023. Dit is het door de regering gekozen scenario!”
BRUGEL zal ook de GSC-markt en het evenwicht tussen vraag en aanbod op de voet blijven volgen. De regulator heeft de regering zelfs voorgesteld de quota regelmatig te herzien in het licht van de ontwikkeling van de markt (verbruik, ontwikkeling en productiviteit van de productie-installaties, enz.)
Aanpassing van het steunniveau voor fotovoltaïsche installaties
Elk jaar herberekent BRUGEL het steunniveau dat nodig is om een vaste terugverdientijd van zeven jaar te garanderen voor nieuwe fotovoltaïsche installaties. “Na analyse en rekening houdend met de sterke stijging van de elektriciteitsprijs, die de facto leidde tot een hogere rentabiliteit, was BRUGEL van mening dat een verlaging van het steunniveau van 19% naar 30% voldoende was, afhankelijk van de vermogenscategorie. Deze nieuwe steunregelingen zijn op 1 januari 2023 in werking getreden ”, aldus Bekay Chihi.
Nieuwe toekenningsgraden voor fotovoltaïsche panelen in 2023:
Categorie | kWp | ≤5 | ]5-36 | ]36-100 | ]100-250 | >250 |
---|---|---|---|---|---|---|
toekenningsgraad | GSC/ MWh |
1,9 | 1,8 | 1,7 | 1,4 | 1,2 |
Einde van de steun voor warmtekrachtkoppeling op aardgas via groenestroomcertificaten
In 2021 heeft Leefmilieu Brussel (LB) de minister van Energie benaderd om de steun voor nieuwe warmtekrachtkoppelingsinstallaties op aardgas versneld stop te zetten. BRUGEL heeft in 2022 een advies over deze nota ingediend. “Tot nu toe kregen warmtekrachtkoppelingssystemen op aardgas die op het grondgebied van het BHG waren geïnstalleerd, steun via groenestroomcertificaten”, legt Bekay Chihi uit. “Om de decarbonisatie te versnellen, heeft LB voorgesteld de stopzetting van deze steun te vervroegen naar 1 januari 2025, met als argument dat aardgas een fossiele brandstof is. In ons advies stelden wij dat de regulator geen standpunt moet innemen over de vraag of een systeem moet worden stopgezet of voortgezet, maar dat dit een politieke keuze is.»
Anderzijds benadrukte BRUGEL dat de spelers in de sector ruim van tevoren moeten worden gewaarschuwd indien een dergelijk besluit wordt genomen. Warmtekrachtkoppelingsprojecten zijn langetermijnoperaties”, legt Bekay Chihi uit. “Aangezien projectverantwoordelijken ook de neiging hebben om hun oude warmtekrachtinstallaties om de tien jaar te vervangen door nieuwe, vreest BRUGEL dat ze bij gebrek aan ondersteuning zullen overgaan tot minder duurzame technische oplossingen. Wij beschouwen deze situatie als een achteruitgang en bevelen derhalve aan dat in het kader van deze afschaffing nieuwe begeleidende maatregelen worden genomen.”