Werking van de
elektriciteits- en
gasnetten
Zie de video
 
De elektriciteits- en gasnetten zijn de fysieke dragers van de energiemarkt. Zij moeten zich voortdurend ontwikkelen om de innovaties op deze markt bij te houden. Om een kader te bieden voor deze voortdurend veranderende sector heeft de Dienst Markt en Netwerken - ondersteund door de Dienst Tarieven en de Juridische Dienst - zijn aandacht gericht op de nieuwe toepassingen van de energietransitie en de implementatie van niet-discriminerende, betrouwbare en efficiënte netten.
 

Vandaag de netten van morgen ontwerpen

De energiemarkt wordt momenteel geconfronteerd met verschillende ontwikkelingen en paradigmaverschuivingen. Het is nu zaak de energietransitie naar koolstofneutraliteit tegen 2050 te begeleiden. Deze evolutie gaat niet alleen gepaard met nieuwe behoeften maar ook met opportuniteiten voor de verschillende betrokken partijen en voor de samenleving in het algemeen. Met het oog hierop moeten de gas- en elektriciteitsdistributienetwerken nu worden aangepast aan de toegenomen gedecentraliseerde productie en de elektrificatie op het gebied van mobiliteit en verwarming.

“Oplossingen omtrent de flexibiliteit van de vraag gekoppeld aan flexibele belastingen zoals thuisbatterijen, elektrische voertuigen, boilers, enz. zullen noodzakelijk, zoniet onmisbaar zijn” ”, verklaart Farid Fodil Pacha, hoofd van de Dienst Markt en Netwerken “De energienetten moeten dus worden omgevormd tot intelligente netten in hun dynamisch beheer, in hun ontwikkeling en in hun vermogen om, tegen lagere kosten, in te spelen op de behoeften van de markt en van de afnemers. Deze nieuwe paradigma’s vereisen een rationeel gebruik van de capaciteit door middel van maatregelen voor vraagbeheer. ”

 
Energienetten moeten slimme netwerken worden in hun dynamisch beheer, in hun ontwikkeling en in hun vermogen om, tegen lagere kosten, in te spelen op de behoeften van de markt en van de afnemers.
Farid Fodil Pacha
Verantwoordelijke van de dienst Markt en Netwerken
 

Integratie in het net van laadpalen van particulieren voor elektrische voertuigen

Om al deze uitdagingen beter te begrijpen en ervoor te zorgen dat het elektriciteitsdistributienet de energietransitie kan ondersteunen en vergemakkelijken, heeft BRUGEL een innovatieve visie ontwikkeld voor de integratie van laadpalen voor elektrische voertuigen in het net. In zijn advies van 2022 heeft de regulator concrete maatregelen voorgesteld voor de aansluiting van de laadpalen, maar ook voor de toegang, de deelname en de ontwikkeling van flexibiliteitsdiensten op het laagspanningsdistributienet van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (BHG).

Door middel van flexibiliteitsdiensten op laagspanningsniveau heeft de regulator voorgesteld nieuwe regelgevings- en tariefinstrumenten toe te passen. “Dit advies is cruciaal omdat het gericht is op de ontwikkeling van reglementaire en tariefhervormingen voor de invoering van particuliere laadpalen in het BHG ”, aldus Farid Fodil Pacha. “In het kader van de kernbevoegdheden van BRUGEL zijn tarieven en regelgeving de twee hefbomen die we kunnen activeren om bij te dragen tot de integratie van nieuwe gebruiken en een beter beheer van de vraag mogelijk te maken. ” In dit advies dringt BRUGEL ook aan op de noodzaak om de toegang tot, de deelname aan en de ontwikkeling van flexibiliteitsdiensten op het net aan te moedigen. “We moeten er absoluut voor zorgen dat we de barrières wegnemen die de deelname van consumenten aan de flexibiliteitsmarkt kunnen belemmeren ”, , voegt hij eraan toe.

Vermogen van 3,7 kVA

Wat de regelgeving betreft, heeft BRUGEL voorgesteld dat de private laadpalen een gegarandeerd minimumvermogen van 3,7 KVA moeten hebben. Voor de Brusselse regulator is de handhaving van deze minimumcapaciteit de verantwoordelijkheid van de DNB. “Sibelga moet dit vermogen kunnen garanderen via zijn ontwikkelingsplannen ”, benadrukt Farid Fodil Pacha. “In ons advies stellen wij ook dat Sibelga ervoor moet zorgen dat andere instrumenten worden aangeboden, zoals capaciteitsreservering, flexibele aansluiting, manieren om het vermogen op de laadpaal te beperken in geval van congestie, enz. ”

Uitrol van de laadpalen

In 2022 keurde BRUGEL de lancering door Sibelga goed van de eerste fase van de overheidsopdracht betreffende de plaatsing van laadpalen voor elektrische voertuigen in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Deze opdracht betreft de concessie voor de levering, installatie en exploitatie van openbaar toegankelijke oplaadinfrastructuur.

“BRUGEL heeft de bevoegdheid om de door de DNB voorgestelde specificaties voor de plaatsing van deze laadpalen op de openbare weg goed te keuren ”, legt Farid Fodil Pacha uit. “Wij hebben dus onze goedkeuring gegeven aan het eerste bestek voor de installatie van 400 laadpalen. Er zij op gewezen dat de sector ten tijde van de goedkeuring van dit bestek zwaar werd getroffen door de energiecrisis. Oorspronkelijk was deze opdracht geregeld in een raamovereenkomst waarbij de inschrijvers een budgettaire offerte indienden. Deze tarieven hielden natuurlijk geen rekening met de grillen van de crisis. Omdat de cijfers dienovereenkomstig moesten worden bijgewerkt, nam BRUGEL daartoe een tweede beslissing. ”

Op lange termijn wil het BHG tegen 2035 11.000 laadpalen installeren op het Brusselse openbare grondgebied. Aangezien deze laadpalen twee stopcontacten hebben, zal het BHG op die manier over 22.000 oplaadpunten beschikken.

 

Afwijking voor het opzetten van particuliere laadpaalnetten

In 2022 heeft BRUGEL een advies gepubliceerd over het voorontwerp van ordonnantie dat de regering op 24 februari 2022 in eerste lezing heeft aangenomen. Dit nieuwe ontwerp van ordonnantie voorziet in een afwijking voor het opzetten en goedkeuren van particuliere laadpaalnetten.

“Hoewel het mogelijk is individuele laadpalen te installeren op het grondgebied van het BHG, is de plaatsing ervan in particuliere netten nog niet toegestaan”, aldus Farid Fodil Pacha “De nieuwe mobiliteitsordonnantie voorziet in een afwijking zodat laadpalen voor elektrische voertuigen kunnen worden geïnstalleerd in private ruimtes zoals de parkings van grote winkelruimten. Dankzij deze afwijking zullen particuliere projectbeheerders laadpalen kunnen installeren die toegankelijk zijn voor het publiek. Een dergelijk initiatief zal het mogelijk maken meer diensten aan de gebruikers aan te bieden en zal bijdragen tot de ontplooiing van de energietransitie in het BHG.”

Verplichte aangifte van laadpalen

In dit advies vroeg BRUGEL de wetgever ook te voorzien in de verplichting tot aangifte - door de gebruikers - van de thuis geïnstalleerde laadpalen. Volgens de Brusselse regulator is het absoluut noodzakelijk dat de DNB over deze informatie beschikt om zijn netontwikkelingsplannen aan te passen en een goed beheer ervan te garanderen. “De nieuwe Brusselse ordonnantie bepaalt dat in geval van congestie het vermogen van de paal tijdelijk kan worden beperkt door de DNB”, legt hij uit. “Want het spreekt vanzelf dat als de laadpaal niet is aangegeven, een dergelijke beperking niet mogelijk is.”

BRUGEL meent dan ook dat een anarchistische installatie van laadpalen tot onevenwichtigheden in het net zou kunnen leiden. Aangezien de gebruiker ook de mogelijkheid heeft om het opladen van zijn voertuig te valoriseren via een contract dat losstaat van zijn hoofdelektriciteitsverbruik, zou dit onderscheid onmogelijk worden zonder een behoorlijke aangifte van de laadpaal. “Gezien de situatie zijn wij bezig met een hervorming van het technisch reglement zodat de DNB over alle interfaces kan beschikken die nodig zijn voor een goed beheer van deze laadpalen. Tegelijkertijd hebben we Sibelga gevraagd na te denken over gebruiksvriendelijke procedures, zodat de gebruikers hun laadpalen zonder al te veel administratieve complicaties kunnen aangeven”, besluit Farid Fodil Pacha.


 

Analyse van de investeringsplannen

Federaal investeringsplan

Op verzoek van de regering van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest heeft BRUGEL het federale investeringsplan geanalyseerd. In het advies dat uit deze analyse voortvloeide, benadrukte de Brusselse regulator de invloed van offshore windenergie (gelegen voor de Belgische kust) op het evenwicht van de energiesector in het algemeen. “BRUGEL heeft vooral de voorwaarden geanalyseerd voor de uitvoering van de door ELIA geplande infrastructuur om deze energie te repatriëren”, zegt Farid Fodil Pacha. “Daarom hebben wij onze aandacht gericht op de ontwikkeling van instrumenten om de vraag te beheren. Wij hebben inderdaad veel aandacht voor het evenwicht van de markt in het vooruitzicht van een ontplooiing van een park van deze omvang in de Noordzee. We hebben enkele aandachtspunten geïdentificeerd en het federale plan in perspectief geplaatst met de plannen die in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest zijn ontwikkeld.”

Hoewel BRUGEL het gewestelijk investeringsplan van ELIA voor 2022 (dat voortaan om de twee jaar beschikbaar is) niet heeft ontvangen, heeft de regulator de investeringsplannen van Sibelga voor elektriciteit en gas zorgvuldig geanalyseerd.

Elektriciteitsnet

“Toen we het door Sibelga voorgestelde ontwikkelingsplan voor het elektriciteitsnet lazen, waren we blij dat de DNB een plan voor de invoering van slimme meters voorstelde» , legt Farid Fodil Pacha uit. “Wij vonden echter dat het plan ambitie mist en gebaseerd is op een zeer restrictieve lezing van de ordonnantie. Aangezien de nieuwe ordonnantie vrij gunstig is voor de invoering van deze meters, hebben wij niet nagelaten de DNB hierover vragen te stellen.”

Volgens BRUGEL voorziet de DNB een iets te lange overgangsperiode alvorens op kruissnelheid te komen en tot een duurzame ontplooiing te komen. “Sibelga spreekt van een overgangsperiode die zou kunnen lopen van 2023 tot 2025. Wij vinden deze termijn te lang” , zegt Farid Fodil Pacha, hoofd van de Dienst Markt en Netwerken.

De Brusselse regulator heeft gespecificeerd dat de duurzame ontplooiing absoluut moet plaatsvinden vóór 2025, het jaar waarin de nieuwe tariefmethodologie wordt ingevoerd. Deze nieuwe tariefmethodologie zal inderdaad - ter attentie van de DNB - voorzien in de uitvoering van stimuleringsmechanismen die de invoering en activering van slimme meters moeten stimuleren. “Uiteindelijk heeft de regering het advies van BRUGEL opgevolgd en de DNB gevraagd zijn actieprogramma te corrigeren. Een nieuwe versie wordt verwacht tegen het einde van het eerste kwartaal van 2023,” besluit Farid Fodil Pacha.

 

Inzet van het Atrias-platform en MIG6

Het nieuwe gecentraliseerde dataplatform is ontworpen om netbeheerders en energieleveranciers in staat te stellen met elkaar te communiceren en op een flexibele en veilige manier gegevens van slimme meters uit te wisselen en nieuwe diensten mogelijk te maken, ... Na een paar jaar dralen.

“Qua operationeel beheer was niet alles perfect in 2022” benadrukt Farid Fodil Pacha. “De werking van het platform is nog niet gestabiliseerd. Deze stabilisatie impliceert een foutenniveau dat niet hoger kan zijn dan 3.000 problematische toegangspunten op de in totaal 11 miljoen verwerkte toegangspunten. Eind 2022 bedroeg het foutenniveau voor heel België nog bijna 15.000 gevallen, d.w.z. 15.000 afnemers die wachten op een behandeling of regularisatie in verband met betalingen van facturen, verhuizingen, contractwijzigingen of andere zaken. ”

BRUGEL ontdekte voornamelijk drie bronnen van problemen die overeenkomen met de backendsystemen van de DNB’s en leveranciers en met het CMS van Atrias. “De oorzaken van deze storingen liggen zowel in het prestatiegebrek van de IT-tool als in fouten in het ontwerp van het platform , legt Farid Fodil Pacha uit. “Dit instrument werd oorspronkelijk ontworpen in 2011 en daarom werd met sommige behoeften van de huidige markt geen rekening gehouden. Idealiter had men het concept “big data” moeten uitbouwen, door de moeite te doen om de toepassingen uit te besteden om er een schaalbaar instrument van te maken. De integratie van toepassingen binnen het platform vermindert de flexibiliteit ervan aanzienlijk. Bovendien zien we nu dat sommige operatoren niet aarzelen de regels te omzeilen om bepaalde toepassingen te delokaliseren. Vlaanderen biedt toepassingen voor het beheer van slimme meters die niet geïntegreerd zijn in het oorspronkelijke CMS. Als gewestelijke regulator vrezen wij dat het instrument ongebreideld gaat evolueren en snel oncontroleerbaar wordt ”

 

Regulatoire saldi

Voor elk van de jaren van de regulatoire periode worden de tariefsaldi gedefinieerd als het geconstateerde verschil tussen de geraamde kosten/inkomsten die in het goedgekeurde budget zijn opgenomen en de werkelijk gerapporteerde kosten/inkomsten. In 2022 heeft BRUGEL de tariefsaldi van Sibelga gecontroleerd voor het jaar 2021, een jaar dat met name beïnvloed werd de energiecrisis.

Tarieffonds

De tariefmethodologie voorziet in de oprichting van een tarieffonds bij de netbeheerder dat wordt gevoed door de verschillende tariefsaldi. Met dit tarieffonds kunnen bepaalde uitgaven worden gedekt die waren gebudgetteerd maar kunnen er ook bedragen worden gereserveerd om uitgaven na deze periode te dekken. “En 2022, les montants des soldes cumulés restaient relativement importants”, , benadrukt Jérémie Van Den Abeele, die verantwoordelijk is voor tariefkwesties. “Ondanks de energiecrisis en een relatief hoge inflatie (ongeveer 10 %) blijven de tarieven van Sibelga in 2022, 2023 en 2024 zoals eerder goedgekeurd. De DNB zal namelijk de middelen die voortvloeien uit de tariefsaldi tot 2024 gebruiken om de schok van de energiecrisis en de inflatie op te vangen. ”

In een toekomstig kader overweegt BRUGEL echter de invoering van efficiëntere en transparantere aanzuiveringsregels.

 
Ondanks de energiecrisis en een relatief hoge inflatie (ongeveer 10 %) blijven de tarieven van Sibelga in 2022, 2023 en 2024 zoals eerder goedgekeurd.
Jérémie Van Den Abeele
Verantwoordelijke tariefaspecten